Enkele fragmenten uit het boek  'De Camino' ter waarschuwing aan de 'Toekomst'     

 

            Hoe creëer je een haat die zo diep gaat dat mensen elkaar als beesten afslachten? Vertel als overheid leugens, blijf die leugens consequent herhalen, overdrijf die leugens met horrorverhalen en vermeng die leugens met heroïsche feiten over jouw etnische groep uit een ver verleden. Dit was de succesformule die de Servische populisten  Milošević en Karadžić vanaf eind jaren tachtig toepasten in het voormalige Joegoslavië en zo kan het nu weer gaan, niet alleen in Bosnië, maar overal. Voorbeelden zijn er genoeg.

 

            Talloze wetenschappers schreven na afloop van de oorlog dat de media in Joegoslavië mede de wegbereiders waren van de gruwelijke misdaden en de schokkende genocides die tijdens de Joegoslavische oorlogen

werden gepleegd. ......................... Elke etnische groep had inmiddels een eigen bubbel.

 

                                     De situatie begon pas echt uit de hand te lopen toen Milošević via de Servische media nationalistische sentimenten begon aan te wakkeren met zijn zogenaamde Gazimestan-speech. Hij hield deze toespraak op 28 juni 1989 bij het monument op het Merelveld in Kosovo ter gelegenheid van de 600ste verjaardag van de slag om Kosovo, dus de slag die door de Servische prins Lazar was verloren en die in feite het einde van het Servische rijk en de start van de Ottomaanse bezetting van de Balkan inluidde. Hij voedde de Servische sentimenten van slachtofferschap en agressie ten opzichte van de Albanezen en de Bosnische moslims en ging vanaf dat moment ook de rol overdrijven die de moslims hadden gespeeld tijdens de vervolging van de Serviërs door de Kroatische fascistische ustaša tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bovendien verkochten de Servische media het verhaal dat de Bosnische moslims genetische afstammelingen waren van de Turken, wat onzin was. We waren qua ras allemaal één Slavisch volk. 

                                     Kortom: de Serviërs werden systematisch en op agressieve wijze gehersenspoeld via hun eigen media en dat gold in het kwadraat voor de Bosnische Serviërs, die zich extra kwetsbaar voelden, omdat ze natuurlijk leefden in een republiek waar de moslims in de meerderheid waren.

                                 

                                   Op de een of andere lokale Bosnisch-Servische zender werd een documentaire uitgezonden. De opruiende toon van het programma ving mijn aandacht en ik bleef voor het beeld staan.

Tijdens het kijken van die uitzending werd het mij helemaal koud om het hart. De zogenaamde journalisten vertelden dat de moslims in Bosnië zich los wilden maken van Joegoslavië en dat zij Bosnië vervolgens wilden inrichten volgens de wetten van de islam. Alle vrouwen zouden hoofddoeken moeten gaan dragen en de Serviërs zouden net als de Joden in nazi-Duitsland tweederangsburgers worden en in nog in te richten concentratiekampen belanden, zoals Jasenovac in de Tweede Wereldoorlog. Ze suggereerden dat er al geheime plannen circuleerden voor dat doel. Hierop volgde een heel betoog over de etnische verschillen tussen de Bosnische moslims en de Bosnische Serviërs. De moslims zouden genetisch afstammen van de Turken en dus een ander ras zijn. Toen het programma was afgelopen, veegde ik het angstzweet van mijn voorhoofd, stootte Milan aan en zei: ‘Zag je die onzin? Wie bedenkt dit? En hoe kunnen ze zoiets uitzenden? Dat is toch gewoon haatzaaien?’   Milan reageerde meteen. Zijn ogen schoten vuur en hij zei dat alles in dat programma 100 procent waar was en dat ik klaarblijkelijk onder een steen leefde. De Serviërs moesten strijden voor een eigen staat om zich zo te verdedigen tegen de balija. Ik slikte, want het woord ‘balija’ was een scheldwoord voor de moslims, vergelijkbaar met de negatieve associatie die het woord ‘nigger’ in de Verenigde Staten oproept.

‘Maar, Milan,’ zei ik. ‘Je weet toch dat dit gelul is. Noem me één iemand uit ons dorp die Turks bloed in zich heeft? Hè? Wie dan? En wat dan nog? We leven in een moderne tijd, wat doet ras er nog toe? En vertel me: wat heb ik van doen met de islam? Ik heb al jaren geen moskee meer van binnen gezien. We zijn allebei overtuigde atheïsten.’

Er viel een korte stilte en hij leek na te denken.   ‘Je liegt,’ beet hij me vervolgens toe en hij stond met een ruk op en verliet de kamer. Later die dag kalmeerde Milan en hadden we een ouderwets gezellige avond. Tijdens onze gesprekken vermeden we wel de politiek en de oorlog in Kroatië, want de ijzeren band van onze vriendschap begon al te roesten onder invloed van de populistische retoriek.

 

                                     Een jaar later, toen de oorlog in Bosnië was begonnen en de Bosnische Serviërs Prijedor hadden ingenomen, vaardigden de nieuwe Bosnisch-Servische autoriteiten een decreet uit waarmee ze alle niet-Serviërs verplichtten om een wit laken aan hun huis te bevestigen, zodat de milities wisten waar de Serviërs woonden en waar ‘de niet-gewenste elementen’ zaten.

Bovendien moesten alle niet-Serviers vanaf die datum een witte band om hun arm dragen als ze naar buiten gingen, zodat ze herkenbaar waren voor de Servische milities. Kort na die verordening van 31 mei 1992 begonnen de deportaties, de verkrachtingen en de executies van de Bosnische moslims in Prijedor. De stad werd ‘gezuiverd’ van 94 procent van haar moslimbevolking en de militie van de Grijze Valken van Milan was een van de belangrijkste uitvoerders van die ‘grote schoonmaak’.

 

                                Weet je, Lotte, er waren genoeg Bosnische Serviërs die walgden van de nationalistische kliek van Radovan Karadžić en zijn beul Ratko Mladić, maar ook zij werden meegezogen in de tornado van geweld die over ons land raasde. Velen hadden geen keus. Dienst weigeren en Bosniaks helpen stond gelijk aan zelfmoord. Mijn zus stierf in Omarska, na een serie verkrachtingen, zo vertelde een medegevangene. Haar lichaam verdween in een massagraf en is nooit teruggevonden

 

Toen we in 1986 alle drie in militaire dienst zaten, ontdekten we dat de etnische afkomst onder de stedelingen nog veel minder speelde. Sommigen wisten zelfs niet wát ze waren. Velen waren geboren uit gemengde huwelijken, ofschoon het woord ‘gemengd’ toen nog niet bestond. De achtergrond van de jongeren met wie we omgingen was ook moeilijk te achterhalen. Alleen de naam kon soms de afkomst verraden. Maar niet altijd. En op het uiterlijk kon je al helemaal niet afgaan. De Bosnische moslims zijn qua ras onderdeel van de Slavische volkeren, net als de Kroaten en de Serviërs. Daar was genetisch dus niks ‘Turks’ aan. Vele waren donkerblond met een blanke huid en lichte ogen. Ik weet nog dat ik in de zomer van 1989 na een racistische speech van de Servische Slobodan Milošević door de straten van Sarajevo liep en de etnische verschillen zocht tussen al die koppen. Ik zag ze niet, maar Milošević zag ze dus wel.