Let op: een volk dat zijn verleden niet onder ogen durft te zien, is niet te vertrouwen

OPINIE

 Een volk dat zijn verleden niet onder ogen durft te zien, is niet te vertrouwen. Duitsland kan het. Rusland niet. Nederland heeft er moeite mee, merkt de theoloog Sam Janse. (Emeritus predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland)

 

Ik geloof dat ik het woord tegenkwam in de biografie van Dirk Hempel over de Duitse schrijver Walter Kempowski: Erinnerungsarbeit. Het is een mooi Duits woord dat wij alleen maar omschrijven kunnen: werk om je herinneringen weer op orde te krijgen.

Het was ook een hele klus voor de Duitsers na de oorlog. Wisten ze echt niet dat er kampen bestonden waarin Joden vernietigd werden? En wat moesten ze met hun ‘mooie’ herinneringen, bijvoorbeeld dat ze de Führer een keer hadden gezien? Dat ze een hand van hem hadden gehad? Na de oorlog telde het niet meer; het keerde zich tegen hen. 

Heinrich Böll tovert in zijn roman Gruppenbild mit Dame de opportunistische nazi Walter Pelzer om tot een goede burger van het naoorlogse Duitsland die niet te beroerd is iets voor een ander te doen en daarbij steeds zegt: ‘Ich bin doch kein Unmensch’, ‘Ik ben toch geen beest’. Wat doet zo’n nette burger met zijn verleden? Verdringen, zeggen de psychologen. Zo gaat het meestal. De Russen zijn er sterk in en de Japanners ook. Graaf niet in ons duistere verleden, want dat stellen we niet op prijs. Nederlanders vinden het ook moeilijk hun oorlogsmisdaden in voormalig Nederlands-Indië onder ogen te zien.

derde generatie

Pas de derde generatie, de kleinkinderen van de kampbeulen, van de moordende Wehrmachtsoldaten en van de foute burgers die op Hitler hadden gestemd, ging kritische vragen stellen. Dat is natuurlijk wat te schematisch, want de al genoemde Kempowski, een jonge knaap aan het einde van de oorlog, zette zich na zijn gevangenschap in een DDR-kamp al gauw aan de Erinnerungsarbeit. In zijn romans, maar sterker nog in zijn omvangrijke documentatie van duizenden brieven, documenten en verslagen uit de oorlogstijd: Das Echolot. Zonder commentaar de werkelijkheid laten spreken. De collectieve Duitse herinnering op orde brengen. 

Ingewikkeld was het wel. Hoe verwerk je met elkaar dat je genocide, massamoord hebt gepleegd? Kempowski zegt dat hij niet zo in de christelijke verlossingsleer gelooft, maar de erfzonde wel een zinnig idee vindt. Het verleden is collectief verleden. Ook als onschuldige, na-oorlogse generatie ben je altijd nog ‘kind van foute ouders’. 

En dan was er nog iets: hoe kun je, als je dit alles hebt opgegraven uit het verleden de andere kant van het verhaal vertellen? Het verhaal van het Russische geweld bij de opmars van het Rode Leger. De verdrijving van de Duitse bevolking en de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen. Hoe vind je daarin de goede toon? Hoe spreek je over het laatste zonder het eerste daartegen weg te strepen?

Erinnerungsarbeit. Ja arbeid is de Duitsers wel toevertrouwd. Hoe bijzonder deze Duitse inspanning is, zie je als je het vergelijkt met wat er in Rusland gebeurd is. Of liever: niet gebeurd is. De Amerikaanse journaliste Ann Applebaum schrijft in Gulag. The History of the Soviet Camps over ontmoetingen met Russen over de Stalinperiode. Een keer is ze in gesprek met vier Russen die willen weten wat zij in Rusland doet, en ze vindt de vier verschillende reacties  die exemplarisch zijn voor het na-stalinistische Rusland: Waarom houd je je bezig met de Goelagkampen en vertel je niet over onze grote prestaties, bijvoorbeeld op het gebied van de ruimtevaart? (1); We hebben nu andere problemen aan ons hoofd (2); absoluut stilzwijgen (3); Dit moeten we onder ogen zien, maar dat willen we niet (4).

Duitse grens 

Een volk dat zijn verleden niet onder ogen durft te zien, is niet te vertrouwen. Dat is met de Russische inval in Oekraïne maar weer gebleken. De Japanners vertrouw ik daarom ook nog niet. En zolang de Britten nog zingen van ‘Rule, Britannia! Britannia rule the waves’, blijft er ook voor hen nog wat werk over.

Nederlanders dan? In Vlissingen stemt de gemeenteraad tegen het voorstel om een slavernijmonument neer te zetten. Wat er ook achter zit, het getuigt in elk geval niet van verwerking van het eigen verleden. Dan moet je oppassen. Dat moesten we toch al na de laatste verkiezingsuitslag. Je weet maar nooit wat er gaat gebeuren. Gelukkig is de Duitse grens niet ver weg. 

 

 

 

Passage uit het boek de Camino, geschreven door Anya Niewierra:

De volkeren die door Tito met harde hand tot één Joegoslavië waren gevormd, hebben nooit verantwoording afgelegd voor de gruwelijkheden die ze in eerdere generaties met elkaar hebben uitgehaald. Ze hébben geen boete gedaan. Er wás geen introspectie. Ze hebben zich niet afgevraagd hoe ze tot zulke wandaden konden komen. De Duitsers hebben dat bijvoorbeeld wel gedaan. Zij hebben ook publiekelijk boete gedaan voor hun oorlogsverleden en excuses aangeboden voor de misdaden tijdens het naziregime, waarna ze ook staatkundig strenge wetten tegen racisme en haatzaaien aannamen. Zo kun je een verleden afsluiten en samen opnieuw beginnen. Maar bij ons gebeurde dat niet. Tot op de dag van vandaag hebben Kroatische regeringsleiders nooit openlijk excuses aangeboden voor de wreedheden van het fascistische ustašaregime tijdens de Tweede Wereldoorlog