Nationaal Park Drents-Friese Wold                  (Mei 2020)

knooppunten: 80 75 37 59 14 12 21 33 23 82 87 85 83 91 63 39 61 62 68  67 69 51 80

Na de Hoge Veluwe is het Drents-Friese Wold het grootste aaneengesloten bosgebied van ons land. Maar dit nationale park is meer dan bos alleen. In het Drents-Friese Wold dwaal je van zandverstuiving naar vennetje, van heide naar moeras. Wandel of fiets door het Drents-Friese Wold en je herkent nog het typische esdorpenlandschap: bolle akkers rond de dorpjes en beekdalen vol bloeiende bloemen.

In het kletsnatte moerasgebied Aekingerbroek sta je aan de oorsprong van de Vledder Aa, die sinds kort weer vrijuit mag stromen. En staand in het stuivende Aekingerzand is het je makkelijk voor te stellen hoe de onmetelijke zandvlakten van het Drenthe van vroeger eruit hebben gezien. Het Drents-Friese Wold is niet alleen groot, het is ook groots in zijn schoonheid.

Terug naar de natuur

Groots: het Drents-Friese Wold is niet alleen een uitgestrekt Nationaal Park, ook de afwisseling in landschappen geven het gevoel dat de natuur hier van geen ophouden weet. Niet alleen bezoekers gaan hier terug naar de natuur, ook het landschap zelf. 

Door eindeloze bossen naar heidevelden en zandverstuivingen, langs vennetjes, schraal grasland, beekdalen en postzegeltjes cultuurlandschap. De natuur glijdt in al haar kleuren en vormen aan je voorbij als je door Nationaal Park Drents-Friese Wold zwerft. Ongerepte natuur op de grens van Drenthe en Friesland, alsof mensen dit gebied altijd links hebben laten liggen. Maar dat laatste is niet zo. Integendeel.

De natuur in het park

Je moet het weten om ze te herkennen, de souvenirs van mensenhanden in het landschap: kale zandduinen, paarse heidevelden, bloemrijke graslanden en naaldbossen. Hoe natuurlijk ze ook lijken, ze zijn het resultaat van eeuwenlange activiteiten zoals bosbouw, veenafgravingen en landbouw. En dat geldt ook voor de schaapskuddes die lang geleden op de zandgronden graasden en daarmee heide een kans gaven.

Nieuw bij Oude Willem

De laatste tientallen jaren is er een omslag gaande, het landschap wordt teruggegeven aan de natuur. Vooral bij Oude Willem kun je dit mooi zien. Ooit spleet deze landbouwenclave het Drents-Friese Wold in tweeën. Nu zie je dat de strakke afwateringskanaaltjes van toen weer mogen meanderen, zoals de Vledder Aa. Of zijn gedempt, zoals de Tilgrup. Gevolg: je wandelt of fietst er nu door een nat gebied met natuur die steeds ruiger en gevarieerder wordt. In de lucht halen libellen acrobatische toeren uit. In en langs vennetjes keren kamsalamanders, vleesetende zonnedauw en moeraswolfsklauw terug. De wat hoger gelegen landbouwgronden verarmen door maaien en plaggen, waardoor fosfaat uit de bodem verdwijnt. Zo ontstaan er schrale, bloemrijke graslanden waar valkruid, beenbreek en orchideeën steeds vaker de wereld kleuren, op de voet gevolgd door de bijbehorende vlinders.

En de heide dan?

Die mag blijven. Heide is weliswaar ontstaan door menselijk handelen, maar is belangrijk voor diversiteit in de flora en fauna in Nederland. De meeste mensen wíllen ook niet meer zonder heide, en ook niet zonder de schaapskuddes, zoals de kudde Schoonebeker heideschapen die het Doldersummerveld en het Wapserveld grasvrij houdt. Wist je dat een schaap maar liefst 8,5 kg gras per dag eet?

Terug in de tijd

Behalve schitterende natuur ligt er ook veel geschiedenis verborgen in dit nationale park. Net buiten Diever ligt hunebed D52, althans, een reconstructie op basis van de zij- en dekstenen die hier zijn gevonden. Wil je meer weten over de oertijd, bezoek dan het Oermuseum in Diever waar leven en werk van de hunebedbouwers in beeld zijn gebracht. In de bossen tussen Doldersum en Diever ligt het onderduikershol, uitgegraven in een heuvel door verzetsmensen in de Tweede Wereldoorlog. Tot wel 20 onderduikers tegelijk verbleven in deze krappe, donkere schuilplek. Er is een gedenkplaat voor verzetsmensen uit Diever die zijn omgekomen door verraad. Het onderduikhol is verstevigd en is veilig te bezoeken (gratis).