Over Iva Bicanic (1972):

Ze is geboren in Nederland, maar van Kroatische afkomst. Haar ouders groeiden op in Joegoslavië voordat het land uiteen valt. Als kind ging Iva iedere zomer naar de Kroatische kust en toen de oorlog uitbrak, werkte ze enkele jaren als vrijwilliger in vluchtelingenkampen. Maar de liefde voor het geboorteland van haar ouders heeft ze nooit verloren. In ‘De Tranen van Tito’ gaat Iva op zoek naar de impact van de oorlog op deze zeven landen. In elke aflevering bezoekt ze een ander land. Ze reist langs prachtige, soms verwoeste landschappen en sprookjesachtige, maar ook grauwe steden, in een - soms ook persoonlijke - zoektocht naar de dromen, de trekkracht van het verleden en de hoop van de verschillende volken die voorheen allemaal Joegoslaaf waren.

Iva: . ‘Ik begon vol bravoure in Kroatië. Maar toen we dieper de landen in reisden, werd ik toch wat stiller.’

 

Uit dagblad TROUW:

Weduwen en hun dochters runnen een fabriekje in Kosovo waar ze paprika’s verwerken tot een lokale delicatesse. In een school krijgen ‘s ochtends Albanese kinderen les en ‘s middags de Servische kinderen. Ze wonen in hetzelfde dorp, maar spelen niet samen. Mijnwerkers maken dagelijks de gevaarlijke afdaling in een 700 meter diepe mijnschacht om het hoofd boven water te houden. Weemoedige arbeiders praten bij de ruïnes van de Servische auto-industrie over de tijden van weleer.

Dit is een kleine greep uit de scènes van de nieuwe documentaireserie De Tranen van Tito. De tv-serie toont nog veel meer: van kerkhoven en restanten van kapotgeschoten huizen tot de opbouw van bizarre nationalistische standbeelden in Skopje en de adembenemende natuur van de zwarte bergen van Montenegro. Maar bovenal laten de makers mensen zien: de inwoners van de landen van het voormalige Joegoslavië. Verschillende generaties van diverse volkeren en geloven komen aan bod. Allemaal zijn ze geraakt door teleurstelling en verliezen door de oorlog die eind vorige eeuw woedde in hun leefomgeving.

“In de afleveringen zie je veel mensen zoals jij en ik”, vertelt presentatrice Iva Bicanic (1972). “Toevallig wonen zij in een gebied waar in korte tijd alle zekerheid en veiligheid is weggenomen door de oorlog.” Zelf werd Bicanic als kind van Kroatische ouders geboren in Nederland waar zij begin jaren zeventig terecht waren gekomen voor promotieonderzoek van haar vader. In de introductie van de serie vertelt ze over haar zoete herinneringen aan de lange zomervakanties die ze als kind in Kroatië doorbracht: ‘Samenzijn met mijn familie, het geluid van krekels, de geur van rozemarijn en de smaak van zeezout op mijn huid’.

Gesouffleerd door haar moeder

Haar vader is een paar jaar geleden overleden, maar haar moeder souffleerde haar tijdens haar reis door ex-Joegoslavië: “Ik belde haar voor uitleg over wat ik aantrof of over complexe culturele begrippen. Zoals sacuvaj obraz, letterlijk is dat ‘je wangen bewaken’. Wat in de Montenegrijnse samenleving betekent dat je er alles aan doet om de eer van de groep te beschermen. Of inat: dat is in Servië van oudsher in de geschiedenis ingebakken en staat voor onverzettelijkheid of strijdlust.”

Na de dood van Tito, de leider van de socialistische staat Joegoslavië, in 1980 viel het geboorteland van Bicanic ouders uit elkaar. De Balkan ging jarenlang gebukt onder oorlog en genocide. Uit de puinhopen verrezen zeven nieuwe staten die nog volop op zoek zijn naar een eigen identiteit: Kroatië, Slovenië, Servië, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië en Bosnië-Herzegovina. In de ‘De Tranen van Tito’ is aan elk land een aflevering gewijd.

Traumatherapie onderweg

Daarbij valt op dat Bicanic als presentatrice een bijzondere gesprekspartner is; ze komt intiem dicht bij de mensen. Ze spreekt dan ook de taal: “Ik ben tweetalig opgevoed, maar mijn Servo-Kroatisch, dat vroeger de voertaal was in heel Joegoslavië, bleek in de praktijk behoorlijk ouderwets. Soms moest ik improviseren, want ik had geen tolk. Maar ook met hakkelen en zoeken, creëert taal een verbinding. Die ontstond ook door mijn neutraliteit waarmee ik iedereen onbevooroordeeld tegemoet kon treden. En mijn onwetendheid vooraf hielp ook. Want als je dingen niet weet, kun je oprecht vragen stellen”, zegt Bicanic.

Van huis uit is Bicanic geen journalist of presentatrice, maar traumapsycholoog en deskundige op het gebied van seksueel geweld. In Montenegro zit ze op de bank bij een man die aangrijpend vertelt over zijn jacht op de moordenaar van zijn zoon. Als hij vervolgens in detail uit de doeken doet hoe hij die uit wraak om het leven brengt, toont zich de kalme professie van Bicanic. Ze vertelt dat de crew het super heftig vond, maar dat juist dit soort gesprekken voor haar dagelijks werk zijn.

In de laatste aflevering in Bosnië-Herzegovina geeft ze zelfs een EMDR-therapiesessie aan een vrouw die recent een traumatisch voorval meemaakte toen zij vluchtelingen hielp. In hoeverre was dat rolvermenging? Bicanic: “Het gebeurde spontaan, ik deed het gewoon in een reflex, omdat het al zo lang mijn beroep is. Het was een heftige, maar goede sessie”, bekrachtigt ze haar ingreep in het script van de serie.

Mooi verhaal in de schoot geworpen

“Het leukste zijn de spontane dingen die onderweg gebeurden, waar de originaliteit nog niet is aangeraakt door research of voorgesprekken”, vindt Bicanic. “Dat noemen ze de story gods: een mooi verhaal dat je tijdens het maken in de schoot geworpen krijgt. De ontmoeting in Kosovo met Musa Hajdari, een oude kameraad van mijn vader uit zijn legerdiensttijd in 1966/67, was zo’n toevalstreffer. Ik had het ‘soldatenboek’ van mijn vader bij me waar deze oude vriend en vele anderen uit het Joegoslavische leger in stonden met hun handgeschreven verhalen en foto's. Dat plakboek verzachtte, want als ik het opensloeg herkenden ze weer het verenigde Joegoslavië van toen. Als argwaan en wantrouwen wegvallen, ontstaat verbinding.”

Producent De Haaien benaderde Bicanic met het idee voor de serie. De traumapsycholoog benadrukt dat ze samen met hen iets wilde maken dat constructief is. “Een documentaire die in het teken staat van reparatie en het herstel van mensen en landen. Dat is ook het bruggetje naar mijn gewone werk, want traumabehandeling gaat ook over repareren en niet over het aanwijzen van schuldigen”, vertelt Bicanic. “Bovendien was het een fantastische kans om een duik te mogen maken in de geschiedenis van mijn ouders en om de Balkan te exploreren.”

‘Ik stond dag en nacht aan’

Ze vertelt hoe het op reis gaan met de drie mannen van de crew een totaal nieuwe ervaring was. “Normaal werk ik voornamelijk met vrouwen en in een kantoor- of ziekenhuisomgeving. Voor de serie zat ik wekenlang in de auto met Finbarr Wilbrink, de regisseur en cameraman Jacko van ‘t Hof en Joris Schouten, de geluidsman. Zij zijn heel belangrijk voor mij geweest, want het gezamenlijk doen bepaalt voor mij het plezier; het is de lijm en de benzine.”

“Alles wat je maar kunt verzinnen, was anders voor mij dan op een gewone werkdag: van plek naar plek reizen, elke nacht een ander hotel, scripts lezen en voorbereiden. Ik sliep slecht en stond heel erg aan; ‘s nachts was ik nog aan het voorbereiden. Ik moest mijn nieuwe rol verwerken in mijn hoofd, net als die intense verhalen die we hoorden.

“Ik begon vol bravoure in de eerste aflevering op bekend terrein in Kroatië. Maar naarmate we dieper de landen in reisden, werd ik toch wat stiller en voelde ik me best klein af en toe. Het maakte me ook triest om te zien hoe schrijnend de situatie van mensen op sommige plekken is. Die realiteit contrasteert met de prachtige natuur en met het verleden van Joegoslavië waar de basisvoorzieningen nog goed waren en waar mensen perspectief hadden.”

Jeugdliefde hervonden

In de serie wordt duidelijk dat trauma wordt doorgegeven aan volgende generaties en dat het oorlogsverleden de volkeren nog altijd parten speelt. “Om te verzoenen moet er een verhaal komen”, stelt Bicanic. “Nu zijn er verschillende verhalen en waarheden. Misschien moet in ex-Joegoslavië eenzelfde proces plaatsvinden als destijds met de Waarheidscommissie in Zuid-Afrika. Alles op tafel laten komen, zodat ruimte ontstaat voor een collectief narratief. Er moet nog een lange route worden afgelegd, maar misschien kan de serie een start zijn van zo’n verhaal. In De Tranen van Tito vertellen de mensen het verhaal met elkaar. De rode draad is de kracht van de individuen afzonderlijk. Die moet opgeteld worden.”

“Het zijn de jonge mensen die mij in het bijzonder raken”, zegt Bicanic. Ze vertelt over de jongen in Vukovar die hoewel hij weg zou kunnen gaan, zoals veel jongeren doen, een oproep doet om samen hun stad weer op te bouwen en er iets van te maken. Om niet achterom te blijven kijken, maar de blik vooruit te richten.

Die jongen is nu net zo oud als Bicanic destijds zelf was toen ze met haar jeugdvrienden vakantie vierde aan de Joegoslavische kust. Lachend staan ze op het kiekje dat de presentatrice toont in de serie. Ze zoekt uit wat er van de vriendengroep is geworden, want zij werden de oorlog in gestuurd toen zij in Nederland aan haar studie begon. Eén jongen blijkt gesneuveld, maar haar jeugdliefde krijgt ze uiteindelijk blozend aan de telefoon: “Toen ik zijn stem hoorde, kwamen die onbezorgde zomers weer terug.”